Bij intermittent fasting draait het niet zozeer om wát je eet, maar vooral om wanneer je eet. Tijdens de vastenperiode krijgt je lichaam een pauze van de spijsvertering, wat positieve effecten kan hebben op je metabolisme.
Er bestaan verschillende vormen van intermittent fasting:
Wanneer je eet, gebruikt je lichaam glucose uit koolhydraten als primaire energiebron. Als je langere tijd niet eet (12-16 uur), schakelt je lichaam over op vetverbranding. Dit proces, bekend als ketose, zorgt ervoor dat vetten worden omgezet in energie.
Hoewel intermittent fasting veel voordelen biedt, kan het ook nadelen hebben. In het begin kun je last hebben van honger en verminderde energie. Sommige mensen ervaren slaapproblemen of overeten tijdens hun eetvenster. Het is niet geschikt voor zwangere vrouwen, kinderen in de groei of mensen met een voorgeschiedenis van eetstoornissen.
Begin met de 12/12-methode en bouw het geleidelijk op. Zorg ervoor dat je gehydrateerd blijft en kies voor voedzame maaltijden met eiwitten, gezonde vetten en complexe koolhydraten. Luister goed naar je lichaam en pas je schema aan als je merkt dat het niet goed voelt.